Ambtenarenwet

Artikel 12 Ambtenarenwet

Onderstaand artikel wordt toegevoegd aan de ambtenarenwet

§ 4. Vertrouwensfuncties

Artikel 12

1. Voor de vervulling van een vertrouwensfunctie komt slechts in aanmerking degene die Nederlander is. Degene die geen Nederlander is, kan niettemin in aanmerking komen wanneer het dienstbelang dat bepaaldelijk vordert.

2. De arbeidsovereenkomst met een ambtenaar kan worden opgezegd, indien hij op grond van het bepaalde in artikel 5, derde lid, of artikel 10, tweede lid, van de Wet veiligheidsonderzoeken uit een vertrouwensfunctie moet worden ontheven.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter zake van het bepaalde in dit artikel.

Parlementaire geschiedenis

[Memorie van toelichting][1], 32 550, nr. 3.

3. Bestaande en beoogde situatie (p.6-9)

Beoogde situatie (p.8-9)

(…)

Het waarborgen van de ambtelijke integriteit is naar onze mening een kwestie die uitstijgt boven de kwesties die tot het typische arbeidsvoorwaardenoverleg behoren, en daarom publiekrechtelijk moet worden geregeld. Daarom willen wij de desbetreffende bepalingen in de Ambtenarenwet – voor zover nodig aangepast – handhaven. Hetzelfde geldt voor de huidige bepalingen met betrekking tot de beperking van grondrechten en vertrouwensfuncties. Tezamen met wat wij hierboven hebben opgemerkt over de kerncompetenties van de ambtenaar vormen zij de elementen van wat, ook in de toekomst, de «ambtelijke status» zou kunnen worden genoemd. Dit komt op de meest zichtbare wijze tot uitdrukking in het afleggen van de eed of belofte bij indiensttreding. Ook de verplichting daartoe, zoals thans vastgelegd in artikel 125quinquies Ambtenarenwet, willen wij handhaven.

(…)

8. Reacties op het wetsvoorstel (p.15-19)

ZPW (p.18-19)

De ZPW kunnen zich vinden in de strekking van het wetsvoorstel, omdat het zal leiden tot meer rechtsgelijkheid tussen werknemers onderling en een naar verwachting betere werking van de arbeidsmarkt. Bovendien maakt het een helder onderscheid tussen de verantwoordelijkheden van de overheid in haar rol van wetgever en die van werkgever, waardoor zij in die laatste hoedanigheid meer armslag krijgt om effectief te opereren. De ZPW pleiten er uit doelmatigheidsoverwegingen voor om de Ambtenarenwet met betrekking tot de niet-arbeidsrechtelijke onderdelen die betrekking hebben op de ambtelijke status (o.a. integriteitsbeleid, ambtseed, voorkomen belangenverstrengeling, uitoefening grondrechten, klokkenluidersregeling en vertrouwensfuncties) zoveel mogelijk in zijn huidige vorm in tact te laten.

(…)

 9. Vormgeving en reikwijdte wetsvoorstel (p.19-20)

(…)

Als gevolg van de hiervoor beschreven aanpak zullen van titel III van de huidige Ambtenarenwet zeven artikelen gehandhaafd blijven. Sommige daarvan dienen wel redactioneel te worden aangepast aan de wijzigingen die met het onderhavige voorstel van wet worden voorgesteld. De te handhaven artikelen zijn de artikelen 125quater, 125quinquies, 125a, 125d, 125e, 125f, 137.

– Artikel 125e gaat over vertrouwensfuncties.

II ARTIKELEN (p.20-34)

 Artikel I, onderdelen I en J (p.29)

De artikelen 125d en 125e worden redactioneel aangepast aan de gewijzigde terminologie.

[Gewijzigd voorstel naar aanleiding van advies RvS][2], 32 550, nr. 5.

ARTIKEL I (p.1-6)

J (p.4-5)

Artikel 125e wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het artikel wordt vernummerd tot artikel 10.
  2. In het tweede lid wordt «Aan een ambtenaar kan eervol ontslag worden verleend» vervangen door: De arbeidsovereenkomst met een ambtenaar kan worden opgezegd.

[Gewijzigde Memorie van toelichting naar aanleiding van advies Rvs][3], 32 550, nr. 6.

3. Bestaande en beoogde situatie (p.7-11)

Beoogde situatie (p.9-11)

(…)

Het waarborgen van de ambtelijke integriteit is naar onze mening een kwestie die uitstijgt boven de kwesties die tot het typische arbeidsvoorwaardenoverleg behoren, en daarom publiekrechtelijk moet worden geregeld. Daarom willen wij de desbetreffende bepalingen in de Ambt-narenwet – voor zover nodig aangepast – handhaven. Hetzelfde geldt voor de huidige bepalingen met betrekking tot de beperking van grondrechten en vertrouwensfuncties. Tezamen met wat wij hierboven hebben opgemerkt over de kerncompetenties van de ambtenaar vormen zij de elementen van wat, ook in de toekomst, de «ambtelijke status» kan worden genoemd. Dit komt op de meest zichtbare wijze tot uitdrukking in het afleggen van de eed of belofte bij indiensttreding. Ook de verplichting daartoe, zoals thans vastgelegd in artikel 125quinquies Ambtenarenwet, willen wij handhaven.

(…)

8. Reacties op het wetsvoorstel (p.17-21)

ZPW (p.20-21)

De ZPW kunnen zich vinden in de strekking van het wetsvoorstel, omdat het zal leiden tot meer rechtsgelijkheid tussen werknemers onderling en een naar verwachting betere werking van de arbeidsmarkt. Bovendien maakt het een helder onderscheid tussen de verantwoordelijkheden van de overheid in haar rol van wetgever en die van werkgever, waardoor zij in die laatste hoedanigheid meer armslag krijgt om effectief te opereren. De ZPW pleiten er uit doelmatigheidsoverwegingen voor om de Ambtenarenwet met betrekking tot de niet-arbeidsrechtelijke onderdelen die betrekking hebben op de ambtelijke status (o.a. integriteitsbeleid, ambtseed, voorkomen belangenverstrengeling, uitoefening grondrechten, klokkenluidersregeling en vertrouwensfuncties) zoveel mogelijk in zijn huidige vorm in tact te laten.

(…)

9. Vormgeving en reikwijdte van het wetsvoorstel (p.21-22)

Als gevolg van de hiervoor beschreven aanpak zullen van titel III van de huidige Ambtenarenwet zeven artikelen gehandhaafd blijven. Sommige daarvan dienen wel redactioneel te worden aangepast aan de wijzigingen die met het onderhavige voorstel van wet worden voorgesteld. De te handhaven artikelen zijn de artikelen 125quater, 125quinquies, 125a, 125d, 125e, 125f, 137.

Artikel 125e (nieuw artikel 10) gaat over vertrouwensfuncties.

II ARTIKELEN (p.22-38)

Artikel I, onderdelen I en J (p.33)

De artikelen 125d en 125e worden redactioneel aangepast aan de gewijzigde terminologie.

[Nota naar aanleiding van het verslag][4], 32 550, nr. 8

 1. Doel en strekking van het wetsvoorstel (p.1-7)

 (…)

Vanaf de derde laag wijkt de rechtspositie van de ambtenaar af van die van andere werknemers. Deze derde laag wordt gevormd door de Ambtenarenwet. Die blijft bepalingen bevatten met betrekking tot integriteit, beperking van grondrechten en vertrouwensfuncties. Wij zien dat niet als arbeidsvoorwaarden, maar als publiekrechtelijke voorschriften, die niet via onderhandelingen, maar door politieke besluitvorming tot stand komen. Wij noemen deze derde laag «de ambtelijke status».

(…)

 [Eerste nota van wijziging][5], 32 550, nr. 9.

ARTIKEL I (p.1-6)

Titel I tot en met IV van de Ambtenarenwet worden vervangen door:

 § 4. Vertrouwensfuncties (p.4)

Artikel 12

1. Voor de vervulling van een vertrouwensfunctie komt slechts in aanmerking degene die Nederlander is. Degene die geen Nederlander is, kan niettemin in aanmerking komen wanneer het dienstbelang dat bepaaldelijk vordert.

2. De arbeidsovereenkomst met een ambtenaar kan worden opgezegd, indien hij op grond van het bepaalde in artikel 5, derde lid, of artikel 10, tweede lid, van de Wet veiligheidsonderzoeken uit een vertrouwensfunctie moet worden ontheven.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter zake van het bepaalde in dit artikel.

 

[1] Kamerstukken II 2010-2011, 32 550, nr. 3 (MvT).

[2] Kamerstukken II 2010-2011, 32 550, nr. 5.

[3] Kamerstukken II 2010-2011, 32 550, nr. 6.

[4] Kamerstukken II 2011-2012, 32 550, nr. 8.

[5] Kamerstukken II 2011-2012, 32 550, nr. 9.