Ambtenarenwet

Artikel 13 Ambtenarenwet

Onderstaand artikel wordt toegevoegd aan de ambtenarenwet

§ 4. Vertrouwensfuncties

Artikel 13

1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voor categorieën van ambtenaren met wie de staat een arbeidsovereenkomst is aangegaan en die uit hoofde van hun functie kennis kunnen nemen van zeer geheime of geheime gegevens betreffende de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat, voorschriften worden gesteld betreffende de verplichtingen waaraan deze ambtenaren zijn onderworpen in verband met het anders dan in de uitoefening van hun functie reizen naar en het verblijven in landen waarin het verblijf door deze ambtenaren een bijzonder risico voor de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat kan opleveren en die er toe strekken dit risico zoveel mogelijk te beperken.

2. In de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de in die maatregel opgenomen voorschriften tevens betrekking hebben op gewezen ambtenaren.

3. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

[Eerste nota van wijziging][1], 32 550, nr. 9.

ARTIKEL I (p.1-6)

Titel I tot en met IV van de Ambtenarenwet worden vervangen door:

§ 4. Vertrouwensfuncties

Artikel 13

1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voor categorieën van ambtenaren met wie de staat een arbeidsovereenkomst is aangegaan en die uit hoofde van hun functie kennis kunnen nemen van zeer geheime of geheime gegevens betreffende de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat, voorschriften worden gesteld betreffende de verplichtingen waaraan deze ambtenaren zijn onderworpen in verband met het anders dan in de uitoefening van hun functie reizen naar en het verblijven in landen waarin het verblijf door deze ambtenaren een bijzonder risico voor de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat kan opleveren en die er toe strekken dit risico zoveel mogelijk te beperken.

2. In de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de in die maatregel opgenomen voorschriften tevens betrekking hebben op gewezen ambtenaren.

3. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

Wijzigingen Ambtenarenwet n.a.v. Aanpassingswet Wnra

Art. 13a Ambtenarenwet (nieuw)

– Na artikel 13 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende ‘§ 4a. De Staat’:
Artikel 13a

Bij koninklijk besluit wordt besloten tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst ter zake van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen functies. Tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt bij koninklijk besluit besloten, tenzij de Staat de arbeidsovereenkomst opzegt op grond van artikel 677 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 13b

1. Ten aanzien van de ambtenaren van de Staten-Generaal gelden de voor alle ambtenaren geldende arbeidsvoorwaarden die zijn opgenomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.
2. Op verzoek van de Staten-Generaal kunnen in de collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, andere arbeidsvoorwaarden voor de ambtenaren van de Staten-Generaal worden opgenomen.

(Kamerstukken I 2018-2019, 35 073, nr. A, p. 21-22)

De twee bepalingen uit paragraaf 4a hebben betrekking op het functioneren van de Staat als werkgever en waren voorheen neergelegd in het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken (RDBZ). Ook hier worden de bepalingen van een algemene maatregel van bestuur omwille van consistentie de naar het niveau van de formele wet verplaatst.Art. 13a vormt de grondslag voor het aanstellen van bepaalde ambtenaren bij koninklijk besluit.

In de Nota naar aanleiding van het verslag van de vaste commissie van Binnenlandse zaken over haar bevindingen inzake het wetsvoorstel Aanpassingswet Wnra wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties aangegeven dat handhaving van het koninklijk besluit (voorafgaand aan) benoeming en ontslag voor bepaalde functies een extra waarborg kan zijn tegen (politieke) willekeur (Kamerstukken II 2018-2019, 35 073, nr. 5, p. 7-8).

Op grond van art. 13b geldt dat op ambtenaren van de Staten-Generaal de voor alle ambtenaren werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst met de Staat geldende arbeidsvoorwaarden van de laatstelijk gesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor de sector Rijk van toepassing zijn. Er blijft echter ruimte – evenals nu het geval is – om aanvullende of in enkele gevallen afwijkende voorwaarden af te spreken, wanneer dat nodig is voor de taakuitvoering van de Staten-Generaal. In dit kader blijft het ook mogelijk, evenals nu, dat voor het personeel van de Eerste Kamer andere voorwaarden kunnen worden afgesproken dan voor het personeel van de Tweede Kamer. (Kamerstukken II 2018-2019, 35 073, nr. 3, p. 83-84).