Blogs

Het is zo ver. Per 1 januari 2020 is een groot deel van de ambtenaren genormaliseerd. Over de gevolgen van deze verandering in de praktijk zullen wij op deze website bloggen. Via onze blogs houden wij u op de hoogte van alle ontwikkelingen en informeren wij u over de eerste ervaringen en uitspraken van de kantonrechter.

Annotatie uitspraak integriteitsonderzoek

Op 19 januari 2021 wees de kantonrechter Overijssel een uitspraak over een gemeentesecretaris die niet meewerkte aan een integriteitsonderzoek. De kantonrechter oordeelt (in ambtenaarrechtelijke termen) dat sprake is van ‘plichtsverzuim’, maar dat de sanctie van ontslag te zwaar is.

Eerste uitspraak over wijziging arbeidsduur genormaliseerde ambtenaar

Op 28 april 2021 heeft de rechtbank Den Haag de eerste uitspraak gewezen over het wijzigen van de arbeidsduur van een genormaliseerde ambtenaar. Hieruit blijkt dat de Wet flexibel werken ook na de normalisering niet onverkort van toepassing is op rijksambtenaren. De ambtenaar kon op basis daarvan geen aanspraak maken op een uitbreiding van zijn arbeidsduur van 36 naar 40 uur per week. Wat was er aan de hand?

Rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep ook na invoering Wnra nog steeds relevant

De kantonrechter Assen heeft geoordeeld over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een ambtenaar van de gemeente Tynaarlo. In deze uitspraak geeft de kantonrechter niet alleen een oordeel over de ontbinding, maar ook over de vraag of een passende regeling genormeerd wordt door de WNT. Bij het beantwoorden van deze laatste vraag baseert de rechter zijn oordeel op rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (Raad). Met deze uitspraak wordt nogmaals bevestigd dat de rechtspraak van de Raad na de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) op bepaalde onderwerpen nog steeds relevant is.

De billijke vergoeding: de lat ligt (nog steeds) hoog

De arbeidsovereenkomst van een medewerkster van de Belastingdienst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. De medewerkster is van mening dat de Belastingdienst een substantiële bijdrage heeft geleverd aan haar blijvende arbeidsongeschiktheid en als zodanig ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Om die reden meent de medewerkster dat zij recht heeft op een billijke vergoeding. De kantonrechter oordeelt dat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, zodat voor toekenning van een billijke vergoeding geen aanleiding bestaat. Hoe zit het ook alweer met de billijke vergoeding?